*toen wij nog graasden van gras toen
nog niet de regen door de ramen het traag omarmen van een te grote liefde
had gadegeslagen waar wij waren, eenzaam mensen in de maak toen
was de wereld ons onbeholpen niet geschapen
*Slaap en stemmen van stilten testbeeld van de spiegeling
zie ik je 4x in het raam omzien in herinnering: De stad is nacht en
draaft onze voeten van elkaar naar een verleden dat niet meer bestaat
je aangrijnst en vergeten verdwaast. Ik, midden van een wervelwind En
het vergeten eeuwig doorbrekend roep ik met de stem van storm opdat
je hoort en mij zult weten tussen je vertwijfeling sprekend het
midden van de wervelwind. Milla van der Have 
|